De eerste zinnen uit Schaduw van Toet: “Niet springen, Anchesenamon. Prinsessen wandelen of schrijden, ze springen niet rond als een kikker,’ zei Nefertiti op zachte toon, want koninginnen schreeuwden niet. Amany liep verder door de gang, keek bij de hoek nog eens achterom – moeder weg?- en huppelde toen verder naar de schrijfkamer van Sennedjem, die haar de godenwoorden bijbracht.”
Lezersgoud in de hand
Een bijzonder, prachtig geïllustreerd boek in de kijker: Schaduw van Toet. Lida Dijkstra neemt de lezer 3000 jaar mee terug in de tijd naar het Oude Egypte. Al bij het zien van de donkere cover met gouden afwerking en de prachtige bladschikking besef je dat je lezersgoud in je handen hebt!.
Het mythische, historische verhaal over Toetanchamon (Toet) wordt verteld vanuit de ogen van zijn halfzus Anchesenamon (Amany). Dit moedige meisje beschermt en behoedt haar kwetsbare halfbroertje Toet, die een zwakke gezondheid en een klompvoetje heeft. Toet is, tot frustratie van zijn vader farao Achnaton, een angstig jongetje. Amany krijgt de opdracht om Toet, de toekomstige farao, alles te leren wat hij moet weten voor hij de heerschappij over het land aan de Nijl krijgt zodat hij minder bevreesd wordt. Ze probeert in de schaduw van Toet stand te houden in het wespennest vol bedrog, misleiding en machtsstrijd dat het Egyptische hof is.
‘s Avonds voor het slapengaan vertelt Amany verhalen aan haar halfbroer. Verhalen over goden, over hoe de wereld ontstond, over mummies, over piramiden, over het dodenboek… Door deze ‘aparte verhalen’ wordt je als lezer verder ondergedompeld in de Egyptische gebruiken en tradities. Je ziet heel duidelijk wanneer je in het verhaal van Toet en Amany zit of wanneer er een achtergrondverhaal verteld wordt, want die laatsten staan bruin gedrukt met langere zinnen. De verwevenheid van het echte verhaal met de achtergrondverhalen werkt perfect.
Machtige illustraties die tot de verbeelding spreken
De bladschikking van het boek is bijzonder. De tekst staat met korte zinnen gecentreerd in het midden van het blad met heel wat witruimte rond. Hiermee lijkt de tekst op papyrusrollen te staan. De fenomenale illustraties, gebaseerd op Egyptische kunst, zijn gemaakt door Djenné Fila. Zij gebruikte verschillende materialen en technieken (waaronder bladgoud en hiërogliefen) om het oude Egypte tot leven te wekken. De machtige illustraties spreken tot de verbeelding en versterken het verhaal.
De taal die Lida Dykstra hanteert is verfrissend en poëtisch. Hoewel de tekst niet rijmt, leest het verhaal als een lang, ritmisch, soepel gedicht. Er zit spitsvondige beeldspraak, modern taalgebruik en heel wat humor in verweven. En hoewel het epos zich in een lang vervlogen tijd afspeelt, slaagde Dykstra erin er een tijdloos, meeslepend verhaal van te maken.
Vooraan in het boek staat de stamboom van Toet en Amany. Meermaals moest ik tijdens het lezen teruggrijpen naar deze pagina. De namen van de personages en de familieverhoudingen zijn ingewikkeld en soms lastig te lezen. Wat dacht je van Neferneferoeaton of Neferneferoere? De stamboom biedt dan een handig aanknopingspunt. Achteraan in het boek vind je de kaart van het oude Egypte en een overzicht van goden, mensen en dingen die in het verhaal voorkomen. Aan het schrijven van dit verhaal moet heel wat studie en opzoekwerk vooraf gegaan zijn.
Voor wie graag ondergedompeld wil worden in het Oude Egypte: lees dit indrukwekkende boek (voor)!
“De farao wierp zijn armen in de lucht en jubelde door de hal: ‘Een kind is ons geboren. Een zoon is ons gegeven. Later zal hij farao worden. Groot zal zijn rijk zijn, machtig zijn heerschappij. Deze naam zal hij dragen: Toetanchaton, want hij is het Levend Evenbeeld van Aton!’ Om die verkreukelde doperwt te vergelijken met een zonnegod was toch werkelijk een belediging, vond Eje, maar hij perste eruit: ‘Wat een geluk, majesteit.’ Amany zag Ejes kille kraalogen en snapte ondetussen wel hoe graag haar opa wilde regeren. Dit jongetje stond dwars op zijn pad naar de macht.” (p.53)
Voor lezers vanaf 12 jaar.