De eerste zinnen uit Vluchtweg: “Plots gaat het snel. Met loeiende sirenes rijdt een politieauto het schoolplein op. Hij is te laat. Tien minuten geleden was alles nog anders. Twee agenten begeleiden haar tot bij de auto. Mevrouw Vos ondersteunt haar.”
Vluchtweg begint met een politiewagen, sirenes en een ambulance. In de korte proloog wordt een heftige scène op een schoolplein omschreven. Het gebeuren blijft flou en onduidelijk en roept vragen op. Wie is het meisje? Wat wordt bedoeld met de oorlog hier? Wat is daar gebeurd?
Wanneer je de bladzijde omslaat, blijkt de proloog het einde van het verhaal te vertellen. In het eerste hoofdstuk keer je 9 maanden terug in de tijd, naar de eerste schooldag. En zo ben je als lezer, na ongeveer 10 zinnen, heel betrokken bij het verhaal. Goedele Ghijsen weet je te strikken, als deelgenoot van dit drama op het schoolplein.
Vluchtweg vertelt in 141 pagina’s het aangrijpende verhaal van Nadesh, Miro en Jana. Je leest elk hoofdstuk vanuit één van deze hoofdpersonages. De drie jongeren zoeken een plekje in hun klas, elk met hun eigen verhaal, met hun eigen rugzak.
Nadesch vluchtte uit zijn thuisland, waar oorlog heerst. Hij ervaart in ‘de jungle van het klaslokaal’ echter een ander soort oorlog. Miro is nieuw in de klas en vindt moeilijk aansluiting. Jana doet gemeen tegen anderen, om haar eigen onzekerheid te maskeren. Alledrie strijden ze hun eigen oorlog en dat gaat bikkelhard. Jana strijdt om aandacht en om een plekje. Miro wordt gepest, hard gepest, tot de bom ontploft. En Nadesch probeert te verzoenen.
Krachtig verhaal
Goedele Ghijsen trekt haar lezers mee naar de gevoelens, motieven en gedachten van de drie personages. Ze zit haar lezers op het vel. Haar schrijfstijl is krachtig en helder. De zinnen zijn vaak kort. Tussen de regels wordt veel verteld. De spanning in het boek bouwt heel mooi op, naar de climax toe. Over die climax las je al in de proloog. En toch, wanneer de cirkel rond is en het hele verhaal verteld is, blijf je eventjes stilletjes zitten, met het boek in de handen, overweldigd door het heftige verhaal, door het open einde, door de impact die ‘een oorlog’ op school op jongeren kan hebben.
De kaft van het boek trok ook mijn aandacht, met een beeld van een schoolplein in vogelperspectief. Op het einde van het verhaal begrijp je waarom voor deze foto gekozen werd en ik kan je verklappen dat die rede best heftig is.
Aanrader voor leerlingen én leerkrachten
Dit meeslepende, dunne boek met een sterk verhaal verdient aandacht. Het is perfect voor jongeren die niet van dikke boeken maar wel van levensechte verhalen houden. Het is ook een aanrader voor leerkrachten. Om nooit te vergeten dat elke leerling op school zijn eigen verhaal heeft en dat al die verhalen het verdienen om verteld én gehoord te worden.
Op de website van Goede Ghijsen vind je een lesmap met lestips bij het boek.
“Ze knikte. ‘Je hebt het goed geschreven. Maar het is niet goed. Het is vreselijk wat er in jouw land gebeurt.’ Ze nam mijn hand. Het tintelde in mijn buik. Ik slikte en trok mijn hand weg. ‘Oké’, zei Miro. Ze beet op haar lip en zocht een pen. ‘Ik help je’, zei ze. ‘Het zijn alleen kleine foutjes.’ Miro geloofde mijn verhaal. Ze geloofde ook in mij. Maar ze zou het nooit begrijpen. Nooit kon ik iemand uitleggen wat ik had meegemaakt. Die avond regende het. Iedereen zeurde erover. Maar regen is niet erg. Regen is veilig. Thuis vielen er minder bommen als het regende.” (p. 48)
Voor lezers vanaf 12 jaar.