De eerste zinnen uit de Meisjes: “Het meisje zit te spinnen in de zon in de achterkamer. Het is middag, het licht is zacht en alles is goed. De aardappels zijn geschild, de soep staat al uren op en haar moeder ligt al zo lang in haar graf dat het gewoon geworden is, en bijna niet meer erg. In de meelkamer fluit haar vader.”
Dat Annet Schaap kan schrijven, wisten we na haar debuut Lampje al. Met Lampje zette ze een verfrommeld meisje met blutsen en builen, maar ook vol levenslust en doorzettingskracht in de hoofdrol. Het is niet te verwonderen dat ze in haar volgend boek ook volop de kaart van de meisjes van vlees en bloed, die weten wat ze willen, trekt.
Verrassende verhalen
Zeven bekende sprookjes bewerkte ze tot verrassende eigentijdse, échte verhalen over meisjes die hun eigen pad gaan en die ervaren dat het leven niet altijd een sprookje is. Het resultaat zijn zeven heel intrigerende verhalen waarin je aspecten van bekende sprookjes herkent maar waarin je je ook verwondert over de verrassende wendingen en nieuwe perspectieven: ‘Meneer Pelsteel’, ‘Wolf’, ‘Koekjes’, ‘Kikker’, ‘Blauw’, ‘Slaapster’ en ‘Monstermeisje’.
De onderliggende thema’s zijn heftig. Schaap schuwt geen bitter- en rauwheid. Ze verpakt ze wel in poëtische taal die klopt, vol knipogen en leuke taalvondsten. Het kleine formaat (in Engeland ‘cosy bedside’ genoemd) past perfect bij het boek. Het boek bevat alles wat een goed jeugdboek moet bevatten: gelaagdheid, humor, spanning, een lach én een traan. Nu al benieuwd naar wat Annet Schaap in de toekomst nog voor ons in petto heeft!
“‘Doe toch eens wat ik zeg, ding!’ Haar moeder vloekt. ‘Sorry,’ zegt ze er meteen achteraan. Ze zegt altijd sorry als ze iets doet wat ze eigenlijk niet mag van zichzelf, alsof ze het daarmee uit kan wissen. Alsof het meisje niet allang alle vloeken kent, ook de hele erge. Alsof ze niet weet dat mama stiekem rookt en een extra glas wijn neemt. Alsof dat haar iets kan schelen.” (p. 54)
Voor lezers vanaf 10 jaar.