De eerste zinnen uit De spin en de sleutel: “Voordat ik mijn telefoon kan weggooien, moet ik nog één ding doen. Ik klap het tafeltje uit, zet mijn telefoon rechtop tegen de stoel voor me en pak de schaar uit mijn rugzak. Er zitten zeker twintig andere mensen in de coupé, maar stuk voor stuk verpakt in hun eigen bubbeltjesplastic: oortjes in, ogen vastgelijmd aan hun scherm. Ik trek het elastiekje uit mijn haar en donkerbruine golven vallen tot ver boven mijn schouders. Ik zie mezelf op het scherm, maar ik doe de camera niet aan. Nog één keer kijk ik: dat was ik dus. Zo zag ik eruit. Ik pak de eerste pluk. Haal diep adem. En dan begin ik te knippen.”
Wanneer een nieuw boek van Anna Woltz verschijnt, verlang ik naar lange leesavonden met een kaarsje, een theetje en een dekentje. Van het lezen van ‘De spin en de sleutel’ heb ik weer enorm genoten (ja hoor, met kaars, thee, deken). Wat een boek!
Het befaamde Woltz-recept werkt nog steeds wonderwel!
Zowel de beschrijving op de achterflap als de titel zijn vaag. Ze geven weinig vrij over de inhoud van het verhaal. Je begint ‘De spin en de sleutel’ dan ook met heel wat vraagtekens te lezen. Al snel blijkt dat het befaamde Woltz-recept – twee jongeren elk met hun eigen verhaal ontmoeten elkaar en belanden in een spannend avontuur – nog steeds wonderwel werkt. Het wisselende vertelperspectief is ook nu een verrijkend ingrediënt. Het ene hoofdstuk lees je het verhaal van Elena, het andere het verhaal van Atlas. Hierdoor zit je op hun huid en voel je met hen mee.
Opnieuw slaagt Woltz erin om verrassende, actuele thema’s (online bedreigingen, long covid…), uitgebalanceerde personages (een influencer, een prepper…), spannende verwikkelingen en levendige dialogen te verweven tot een knap verhaal. Met daartussen heel wat emoties en gevoelens (verdriet, angst, liefde…) die tijd en verhaal overstijgen.
Dat veel jongeren (en ouderen) een schitterende leeservaring met de boeken van Anna Woltz mogen beleven, in het bijzonder met ‘De spin en de sleutel’, haar meest prangende en actuele boek.
“Ik wacht. Mijn adem gaat steeds iets te vlug, mijn voorhoofd is klam, ik houd Atlas en Kennedy in de gaten. Ik wacht op het einde van de hittegolf, op het einde van de geheimen, op het einde van de wereld. De nacht was om te stikken en nergens kraakte ook maar het kleinste knarsje.” (p. 128)
Voor lezers vanaf 12 jaar.