De eerste zinnen uit Het eerste licht: “Het gebeurde plots in de langste nacht. De maan had zich verstopt en duizende sterren lichtten op. We vlogen tussen de bomen door. We stegen tot boven het groen en doken in volle vaart omlaag. We hoorden enkel ons gezoem en gelach.”
Een donkere nacht. Vuurvliegen zoemen door de lucht. Tot plots het licht van Vuurvlieg uitvalt, haar vleugels stilvallen en zij naar beneden dwarrelt. De andere vuurvliegen zijn in de war. Ze vragen raad aan Mier want die maakt alles wat niet meer werkt, maar mier stelt vast dat Vuurvlieg kaduuk is. Misschien kan Uil helpen. Maar hij zucht: “Ze is aan de andere kant. Ze is aan haar laatste reis begonnen.” Hoewel de vuurvliegen het niet begrijpen, zorgen ze intuïtief voor Vuurvlieg en zoeken ze troost bij elkaar. Ze vliegen haar naar de bloemenweide en zoeken de juiste laatste woorden. Bij dat ritueel breekt Juffer per ongeluk een pootje van Vuurvlieg af: KRAK… Paniek, tranen en wanhoop bij de vrienden. Maar Mier heeft een schitterend idee want Mier kan alles maken wat niet meer werkt. Door de oplossing van Mier kan Vuurvlieg voortleven in (of aan, of bij…) de andere dieren. En wanneer de dieren dankbaar afscheid nemen van Vlieg vol Vuur, verschijnt het eerste licht.
Zo delicaat als het pootje van Vuurvlieg
Het eerste licht raakt een snaar. Fijngevoelig, zo delicaat als het pootje van Vuurvlieg. Verdriet en hoop, donker en licht zijn in de tekst maar ook heel sterk in de illustraties voelbaar. Sassafras De Bruyn speelt met die contrasten. De maan en de vuurvliegjes lichten op tegen de donkere nacht. Bijzonder is dat alle illustraties op een zwarte achtergrond getekend werden. Enkel de pagina waar Vuurvlieg dood op de grond ligt (of licht) is kraakwit. De bijna doorschijnende Vuurvlieg gaat zowat op in dat kraakwitte papier.
terwijl dit boek zich langzaam sluit
drijf ik weer terug
naar wat ik was
dat was altijd al de afspraak
alles keert terug naar stof en as
Jonas Winterland schreef het ontroerende ‘Het lied van Vuurvlieg’, waarin hij zingt over Vuurvlieg die vrede neemt met haar boek dat zich langzaam sluit.
Weemoedige sfeer
Tjirpen, gebonk en gehamer, een looping, verroeren… Het boek bulkt van de rijke taal. Ook de beeldspraak die gebruikt wordt verrijkt het verhaal: de juiste woorden vinden, Vuurvliegs tijd is gekomen… Het verhaal werd in de verleden tijd geschreven en ook dat maakt het bijzonder. Het versterkt de melancholische en weemoedige sfeer.
Zie wat voor je licht
Of je nu met kinderen wil spreken over het doneren van een lichaamsdeel na een overlijden of over de dood, afscheid nemen en troost vinden of over vriendschap. Het eerste licht biedt mooie aanknopingspunten en geeft kinderen taal en woorden om hierover te spreken. Het boek laat veel ruimte voor eigen invulling en beleving. Want zijn we niet allemaal op zoek naar lichtpuntjes? “Zie wat voor je licht,” schreef Merel Morre in Het bekende weg. Een prachtige zin die lumineus mooi aansluit bij Het eerste licht.
Voorlezen vanaf 6 jaar.
Dankjewel Uitgeverij Davidsfonds Infodok om Vuurvlieg in mijn brievenbus te laten landen.