De eerste zinnen uit Hoe ging dat ook alweer? (2): “Heel lang geleden in een ver en groot land woonde een tovenaar, heel wijs en heel oud, ook wat verward, en dat merkte je, want zijn kunsten liepen soms wel heel erg fout!”
Tien spreekwoorden net dat beetje anders. Dat is wat het boek belooft. Heidi Japers verzon tien verrassende verhalen bij tien spreekwoorden. Op een toegankelijke manier speelt ze met het verschil tussen figuurlijk en letterlijk taalgebruik. Denk maar aan prinses Pruilemond die échte lange konijnentanden krijgt omdat ze knoeit met haar eten of Joop die letterlijk tegen de lamp loopt wanneer hij ‘s nachts stiekem chocolade eet in de keuken.
Speelse voorleesverhalen op rijm
De verhalen zijn in rijmvorm geschreven. Door die cadans lezen ze heel vlot en speels en zijn het echte voorleesverhalen geworden. Het doet wat denken aan de Gruwelijke Rijmen van Roald Dahl.
Het boek werd zeer zorgvuldig vormgegeven. Een blauw leeslintje helpt de voorlezer om snel te weten bij welk verhaal hij gebleven is. Rondom de tekst werd een kader gedrukt met in de hoeken een kleine miniatuur. Let daarbij ook op de details. Bij elk verhaal zit er een ander tekeningetje in de miniaturen. De kleurrijke paginagrote illustraties van Henk van der Gugten maken er bijna sprookjes van. Door de illustraties wordt het boek ook toegankelijk voor jongere kinderen.
Spreekwoorden letterlijk belicht
Op de achterflap staat: “Heidi Jaspers gaat op zoek naar de oorsprong van tien spreekwoorden.” Dat klopt mijns inziens niet. Ze bedacht grappige verhalen bij de spreekwoorden die – door het spreekwoord letterlijk te benaderen – ook de figuurlijke betekenis duidelijk maken. Maar bij de geschiedkundige herkomst van de spreekwoorden wordt in dit boek niet stilgestaan. Hoeft ook niet. De tien verhalen bieden voldoende mogelijkheden om op een speelse en laagdrempelige manier met kinderen stil te staan bij de pracht van figuurlijk taalgebruik en van spreekwoorden in het bijzonder.
“‘Maar een ijsbeer, hoe komt die hier? Jij woont op de Noordpool, de andere kant. Hoe komt het dan dat zo’n machtig dier hier bij ons op de Zuidpool belandt?’ ‘Nou,’ zei Bas, ‘ik was vastbesloten: ik wou gewoon de wereld zien! Ik heb van elk uur genoten en veel geleerd ook bovendien. In Canada zag ik heel grote meren en bomen torenhoog en superdik. Ik zag voor’t eerst zelfs bruine beren, maar niet zo mooi en sterk als ik!’ (p. 84)
Voorlezen vanaf 6 jaar. Zelf lezen vanaf 8 jaar.