De eerste zinnen uit Ijzerkop: “Sinds mijn broer op de Latijnse school zit in het gezelschap van de zonen van de Franse legerofficieren en Vlaamse industriëlen voelt hij zich echt het mannetje. In de vakantie paradeert Pier met zijn schooluniform door Gent, fier als de kat van keizer Karel. Hij voelt zich natuurlijk veel te goed om samen met mijn de was te doen.”
Kleffe geschiedenisweetjes, jaartallen en objectieve feiten konden me nooit echt boeien. Maar de verhalen achter al die levens, de gevoelens en wensen van de jongens en meisjes die in andere tijden ‘mens waren’, het universele verlangen van de mens om zijn eigen leven in handen te nemen, hoe het leven wàs tijdens de oorlogen, tijdens de pestepidemie… dàt vind ik enorm boeiend. Historische verhalen zijn dan ook vensters naar lang vervlogen tijden. De boeken van Thea Beckman heb ik verslonden in mijn jeugd: de dappere Hasse uit ‘Hasse Simonsdochter’ en Marije uit ‘Geef me de ruimte’ namen me mee terug in de tijd.
Ik ben ook gefascineerd door boeken met een wisselend vertelperspectief zoals Het meisje en de soldaat (van Aline Sax), Allemaal willen we de hemel (van Els Beerten) en Alaska (van Anna Woltz). Als lezer afwisselend in het hoofd van een ander personage kruipen is zo verrijkend en boeiend.
Heerlijk inleven
Onlangs las ik IJzerkop: een meeslepend historisch verhaal mét een afwisselend vertelperspectief. Jieha, de perfecte match! 362 pagina’s lang nam het boek mij mee naar 1808, naar Stans en haar broer Pier. Stans – een ietwat rebels, grofgebekt en brutaal achttienjarig meisje – wil de wereld zien. Haar innerlijke drang naar avontuur moedigt haar aan om – na een gedwongen huwelijk – haar man te ontvluchten en zich – verkleed als jongen – aan te sluiten bij het leger van Napoleon. Haar broer Pier – goede student en ietwat onderdanig – krijgt de opdracht Stans terug te halen. Wat volgt is een spannend, filmisch en ijzersterk verhaal dat leest als een trein.
Een boek waar pit in zit
Ik las het boek ook voor aan onze tienjarige zoon Stan: bijna-naamgenoot van Stans, even eigenzinnig, ook af een toe een keikop (of ijzerkop). Ook Stan was fan van IJzerkop: “Ik vond het boek supergoed omdat je je er perfect in kunt inleven. Ik begreep de gedachten van Stans en ik begreep waarom ze niet wilde doen wat de anderen van haar verwachtten. Ze is soms ondeugend, bijvoorbeeld toen ze een peper in een paard zijn kont stak. Ik vind het een aanrader omdat het niet gewoon een boek is van niks maar één waar pit in zit.”
Alle meisjes aan de macht!
Van Rijckeghem zet in al zijn historische verhalen meisjes die betekenis willen geven aan hun eigen leven op de voorgrond. Reeds in veel van zijn titels (Jonkvrouw, Galgenmeid, Onheilsdochter) blijkt die voorliefde voor meisjes als hoofdpersonage. Op 16 mei 2023 gaf van Rijckeghem de Annie M.G. Schmidtlezing ‘tijdreizen en bouillonblokjes’. Hij vertelde dat hij niet helemaal weet waarom hij bijna altijd verhalen schrijft vanuit vrouwelijke hoofdpersonages. Maar hij verwees naar Marije in ‘Geef me de ruimte’ van Thea Beckman: een hoofdpersonage met een eigen willetje. Ook van Rijckeghems’ liefde voor jeugdliteratuur ontsproot bij Thea Beckman.
In deze heerlijke lezing (een aanrader om te beluisteren of te lezen) vertelt van Rijckeghem over hoe hij als kind helemaal niet van boeken hield, over hoe het allemaal begon met strips over antihelden, over hoe hij er dan toch toe kwam om historische romans te schrijven en over het belang van voorlezen. Voorlezen aan kinderen maar ook aan adolescenten en aan volwassenen. Er is geen betere manier om jongeren van boeken te doen houden. Want ‘lezen is delen’ (zoals Kathleen Vereecken schreef in het wonderschone Margriete). En laat IJzerkop nu net een prachtig boek zijn om voor te lezen (of om zelf te lezen natuurlijk)!
Ijzerkop werd in het Engels vertaald en werd bekroond met heel wat prijzen.
“Mijn moeder moest eens weten dat ik hier ben. Ik sta in het midden van de stad van het licht in een park vol namaak-Romeinse zuilen tussen de beau monde. Ik voel me als een kind bij een tafel vol zoetigheid. ‘Wat amuseert u zo, soldaat?’ vraagt een stem. Ik kijk om, in de ogen van de vrouw met bolle wangen en duizend sproeten. Er danst een vrolijk buitenlands accent door haar Frans.” (p. 168)
Voor lezers vanaf 12 jaar.