De eerste zinnen uit Maksie: “Alarm! Alarm! Maksies oortjes staan recht omhoog van schrik. Het is weer zover! Door de ruit ziet hij hoe iemand de straat in loopt. Oud dametje. Foute boel. Oud dametje met tas. Very foute boel. Oud dametje met tas, die recht op de dierenwinkel afkoerst… Echt mega-super-giga-verschrikkelijk foute boel.”
Wanneer ik dit boek voorstel aan een groep (leerlingen of leerkrachten) laat ik steevast de cover zien en vraag ik wie Maksie zou zijn. Vaak zijn de meningen verdeeld. Want voor dat schattige, witte hondje met bange puppy-oogjes (jawel hoor, Maksie genaamd) staat ook een grote, dreigende, grijze man prominent op de cover. Er zit emotie en spanning in die cover. En laat dat net de grote sterkte van dit boek zijn: de illustraties ondersteunen het verhaal heel sterk.
Maksie, het hondje dus, woont in de dierenwinkel bij Meneer Koos. Hij droomt van een eigen baas. Geen oud vrouwtje (hij mag er niet aan denken om in een benepen handtas van een oud vrouwtje terecht te komen), maar wel een stoere baas. Een baas zoals agent Ben van de televisie. En dus gaat Maksie op zoek naar zijn Droombaas en komt hij terecht in een spannend avontuur.
Er zit heel wat perspectief in het boek verweven. Soms lees je gedachten van Maksie, soms lees je dialogen, soms komen de gevoelens of het gedrag van Maksie aan bod, soms omschrijft de auteur meer algemeen wat er gebeurt… Om van kinderen betere lezers te maken, is het nodig hen die verschillende lagen te leren ontdekken. Dat kan prima door interactief voor te lezen.
Spanning en humor zijn twee ingrediënten die verhalen voor kinderen zo heerlijk lekker maken. Mathilde Stein heeft in deze Maksie pittig met deze elementen gestrooid!
De taal is pittig, grappig en spitsvondig. De bladspiegel en het lettertype zijn overzichtelijk, met veel witruimte, korte alinea’s, behapbare hoofdstukken en illustraties ter ondersteuning. Hierdoor is Maksie een rijk en gelaagd boek dat heel geschikt is voor de beginnende lezer!
“Jij moet een tuttie-bullie-fruzie-fruizie-frut-hondje hebben! Niet een Echte Hond als ik! Ik ben alleen maar per ongeluk geboren in een te klein lijfje. En trouwens, ik héb al een baas! Daar!” (p.49)
Voor lezers vanaf 7 jaar.