De eerste zinnen uit Patroon: “Mees is vanmiddag gecremeerd. Verbrand. Ik was er niet bij. Mocht er niet bij zijn. Kon er niet bij zin. Dat zouden Mees’ ouders niet aan hebben gekund. Dat zou niemand aan hebben gekund. Ik ook niet.”
Mylo doodde per ongeluk zijn beste vriend Mees. HIj moet verder leven zonder zijn beste vriend en met een enorm schuldgevoel. Dit intense, explosieve verhaal van Mylo slorpt je als lezer op.
Een rauw, geladen en beklemmend boek dat je niet snel vergeet
Van Dale omschrijft ‘patroon’ als
- de patroon: huls met buskruitlading en projectiel
- het patroon: model, vorm, voorbeeld
Kunst speelt met deze dubbele betekenis in het boek. Het is een interessant en intelligent aspect. De inhoudsopgave wijst ook op dit homoniem. Daarnaast verwijst patroon ook naar het Latijnse patron: vader. En ook die gelaagdheid zit kunstig en naadloos verweven in het boek.
In het eerste deel (de patroon) kom je te weten wat er misging met ‘de patroon’ en hoe Mylo per ongeluk zijn beste vriend Mees doodde. Mylo schrijft, in dagboekvorm, al zijn gedachten, angsten en twijfels van zich af. Dit schrijfwerk is de opdracht van zijn therapeut Bastiaan. Mylo graaft in zijn geheugen, stort al zijn overpeinzingen knallend neer op papier en neemt je mee in zijn zoektocht naar een manier om te verwerken en om met zijn schuldgevoel om te gaan.
Het patroon dat zijn familie al drie generaties in zijn greep houdt
In het tweede deel (het patroon) gaat Mylo op reis met zijn beginnend dementerende opa naar Amerika, waar zijn opa vandaan komt. Ze gaan op zoek naar Mylo’s vader. De reis legt een geheim bloot. Een geheim waarin zijn opa al zijn hele leven gevangen zit en dat ook alles te maken lijkt te hebben met de dood van Mees. Mylo begrijpt steeds beter welk patroon zijn familie al drie generaties in zijn greep houdt. Als lezer kruip je in dit tweede deel onder de huid van Mylo vandaan en krijg je weer wat ademruimte. Je treedt, samen met Mylo en zijn opa, de wereld tegemoet en begint het ruimere plaatje te zien. Heden en verleden, dichtbij en veraf, jong en oud, oorzaak en gevolg vloeien in elkaar over en de onvergeeflijke gebeurtenis ‘die veertien miljard jaar leek te duren’ wordt zo in een ruimer perspectief geplaatst.
Leven
Voor deel drie koos Kunst de mooie titel: ‘Een dag om voorgoed in te blijven wonen’. Hij zorgt hier voor een perspectiefwissel. Een alwetende derde vertelt het einde van het verhaal. Patronen zijn geen noodlot, het zijn sporen van dingen die voorbij zijn. Als je ze ziet en herkent, kun je je ervan losmaken. Je kan je als lezer ook hoopvol losmaken van Mylo, afscheid van hem nemen, met vertrouwen in de toekomst. Niet voor niets is het laatste woord van het boek ‘leven’.
Patroon leest heel vlot. Met krachtige, beeldende zinnen in staccatotaal, doorspekt met metaforen, stoere puberjongenstaal en zelfspot in korte, behapbare hoofdstukken. De humor en herkenbaarheid maken de heftige onderwerpen minder zwaar.
“Ik voel me als een pup die met zijn snuit in de stront gedrukt gaat worden. In de drol die hij zelf op het kleed gedraaid heeft, terwijl hij allang weet dat hij dat niet mag. Baasje sleept hem mee, tilt hem half op aan zijn halsband. Hondje stikt bijna en ruikt zijn drol. Dat heeft hij gedaan. Stoute hond! Wrijf het er maar in. Nooit meer doen. Ik ga nu de waarheid opschrijven: mijn verhaal. Voordat dat helemaal verdwenen is in honderd verschillende rapporten in welzijnswerkerstaal en gezever van politie en justitie.” (p. 52)
Voor lezers vanaf 12 jaar.