De eerste zinnen uit Wifi en de broers: “Ik ben Zen. En dit zijn mijn broers, Jip, Lom en Wifi. Ja, ook Wifi is een broer, al is Wifi geen mens. Wifi is een hond. De vierde broer, zo noemen mama en papa hem, want Wifi doet alles wat wij doen. Als wij spelen, speelt Wifi mee. Als we gaan wandelen, wandelt Wifi mee. Als we plassen, plast Wifi mee. Tenminste, als we plassen in het bos.”
In 2020 (corona, weet je nog?) nam het gezin van Brenda Froyen een hond, een tollerpup. Ze doopten hem Wifi. En wat bleek? Net zoals de internetverbinding onmisbaar was in coronatijden, bleek ook de hond Wifi onmisbaar voor het gezin. De drie broers Zen, Lom en Jip beleefden heel wat leuke avonturen met hun ‘vierde broer’ Wifi. En hun mama – Brenda Froyen – schreef verhalen over al die dolle belevenissen. Die verhalen werden gebundeld in twee boeken: ‘Een jaar met Wifi’ en ‘Wifi en de broers’. Elk boek bevat ongeveer 20 herkenbare verhalen. De titel van elk verhaal begint met ‘Toen Wifi…’ (Toen Wifi een propper was, Toen Wifi alle schoenen had gestolen…). Dat zorgt voor een fijne samenhang.
Grappige en herkenbare verhalen
De verhalen zijn grappig en vaak gebaseerd op misverstanden: Wifi plast waar hij niet mag plassen, Wifi begrijpt niet dat je geen bh aan de burgemeester mag geven… Uit de kapoenenstreken en ondeugendheid van zowel Wifi als de broers spat heel wat humor. De verhalen zijn ook zeer herkenbaar. Welk kind droomt niet van een hond (of poes of konijn of…) als huisdier? Ook de thema’s liggen dicht bij de leefwereld van kinderen: corona, klimaatopwarming, gamen, ramadan… Blinken alle verhalen uit in originaliteit? Neen, het ene verhaal is al rijker en origineler dan het andere. Maar ze blinken wel uit in herkenbaarheid en guitigheid.
De avonturen van Wifi worden geschreven vanuit kinderperspectief; het is zoon Zen die de belevenissen vertelt. Dit zorgt voor een eenvoudige en herkenbare vertelstijl. Soms neemt de volwassen verteller het even over om een moeilijk woord (bv. administratie) uit te leggen. Af en toe voelt dat wat betuttelend of belerend, maar het zal de jonge lezer (of luisteraar) niet storen, net omdat de vertelsels doorspekt zijn met woordgrapjes, humor en een lieflijke sfeer.
Dit vrolijke boek is fijn om voor te lezen maar het kan ook kinderen die nog niet zo lang zelf lezen veel leesplezier bezorgen. Het lettertype is duidelijk en niet te klein, er staan weinig moeilijke woorden in en de verhalen zijn niet te lang (4 à 5 pagina’s). De luchtige illustraties van Marloes De Vries sluiten mooi aan bij de ongedwongen sfeer van het boek.
Wifi in de klas
Het allerfijnste aan deze boeken is dat Wifi en de broers écht bestaan en dat je hen kan volgen op sociale media. Wifi heeft een eigen Instagramprofiel en een TikTok-account (@wifi_en_debroers)! Op de website van Standaard Uitgeverij vind je lessuggesties om met het boek aan de slag te gaan in de klas. En je kan Brenda én Wifi uitnodigen op school. Een echte aanrader!
“De volgende dag herhaalden we onze borstelsessie, die van Wifi en van het huis, eentje ’s ochtends, eentje ’s middags, eentje ’s avonds. De laatste deden we op zondag om 6 uur ’s ochtends. Toen hadden we eindelijk genoeg verzameld. Uit de gangkast haalden we een bloemetjeskussensloop. Daarop schreven we in sierlijke krulletters (eigenlijk waren ze helemaal niet sierlijk en nauwelijks leesbaar, maar het klonk zoveel mooier om te schrijven) onze boodschap voor mama. De kussensloop hebben we gevuld met onze buit. Het zag er heerijk zacht uit. Toen was ons cadeau klaar. Om stipt 7 uur ’s morgens stormden we de slaapkamer van mama en papa in. Wifi sprong meteen op het bed – wat hij niet mag maar toch altijd doet – en begon mama te likken, alsof hij wist dat het haar bijzondere dag was. Toen hebben we haar het cadeau gegeven: een kussensloop gevuld met Wifi’s zachtste haren. Op de kussensloop stond onze boodschap voor mama: voor haar vol haar kussen van jip, lom, zen en wifi.” (p. 56)
Voorlezen vanaf 6 jaar. Zelf lezen vanaf 8 jaar.