‘Mama, ik haat taal’, zei zoonlief onlangs. Zucht. Tijd voor een gesprek, me dunkt. Over dat iets haten niet erg opbouwend is, over dat taal is wat ons verbindt, over dat we zonder taal onze gevoelens niet goed kenbaar kunnen maken, over de schoonheid van taal, over mooie woorden als lepeltjesverdriet of lanterfanten… ‘Ja mama, dat weet ik allemaal wel. Ik bedoel het vak taal (Nederlands) op school. Dat is zo saai!’
Krak… mijn lezers- en juffenhart brak. Waar zijn we toch mee bezig? Alle studies wijzen uit dat het niet goed gaat met de leesvaardigheid van jongeren. En wat doen wij? AVI – testen afnemen, leescontracten meegeven, beginnende lezers boeken opleggen, vasthouden aan ’tekst en vraagjes’, taalbeschouwing heel sec en saai invullen, dorre schrijfopdrachten geven…
Hoe meer ik erover lees en nadenk, hoe meer ik gruwel van het vak ‘begrijpend lezen’. Hoe kan je lezen zonder te begrijpen? Kan iemand mij dat uitleggen? Lezen is begrijpen, lezen is denken.
Onlangs ging ik voor een groep 15-, 16- jarigen spreken over lezen en voorlezen. Ik vroeg de jongeren naar hun mooiste voorleesherinneringen. Allemaal hadden ze fijne herinneringen aan de voorlezende mama of papa op de rand van het bed, aan de voorlezende kleuterjuf… Maar wat bleek? Het was een enkeling die in de lagere school nog werd voorgelezen. Veelal boeken van Roald Dahl. Prima verhalen, laat dat duidelijk zijn. Maar hoe kunnen kinderen kennismaken met het recente aanbod aan jeugdboeken als ze er niet uit voorgelezen worden? Het merendeel van de leerlingen werd sinds de kleutertijd nooit meer voorgelezen! Het merendeel van de leerlingen had ook niets met boeken of met lezen.
Het is de (voor)lezende leerkracht die enorm veel kan betekenen!
Laat ons in plaats van afgebakende lesjes begrijpend lezen, in plaats van het werkboek met afstompende invuloefeningen, in plaats van kleurloze verhaaltjes in de taalhandleidingen gewoon goede boeken LEZEN. Onderwijs met liefde voor verhalen en voor taal is broodnodig. We hoeven het niet ver te zoeken hoor! Er is een heel rijk aanbod aan goede jeugdliteratuur. Maar die geraakt nog al te vaak niet bij de leerlingen en dat is doodjammer. Dagelijks (voor)lezen uit een goed jeugdboek (niet alleen tijdens de voorleesweek) en hierover spreken in de klas zou al zoveel kunnen betekenen!
En zoonlief? Die was even later nichtjelief aan het voorlezen uit De blaadjesdief. Het valt dus nog wel mee met zijn taalhaat ;-).